Met het klimmen der jaren wordt de huid minder elastisch. De oogleden kunnen dan zowel aan de bovenzijde als aan de onderzijde gaan zakken.
Geschiedt dit boven de ogen, dan maakt iemand een vermoeide indruk. Het weefsel kan bovendien voor de ogen gaan hangen, waardoor het iemands zicht belemmert. Aan de onderzijde van de ogen leidt de verzakking tot het ontstaan van wallen. Ook deze veroorzaken dat iemand een vermoeide indruk maakt. Bovendien worden ze ten onrechte vaak in verband gebracht met een uitbundige levensstijl. Een plastisch chirurg kan zowel de boven- als de onderoogleden corrigeren. Dit gebeurt veelal onder lokale verdoving. Aan de bovenzijde verwijdert de plastisch chirurg de overtollige huid, in combinatie met het onderliggende spier- en vetweefsel. Het litteken komt in de bovenooglidplooi en is daar niet of nauwelijks zichtbaar. Bij een onderooglidcorrectie verwijdert de plastisch chirurg het uitpuilende vet en een klein strookje huid. Bij beide ingrepen speelt het streven naar symmetrie tussen het linker- en het rechterooglid een grote rol. Na de ingreep ziet iemand er beduidend frisser en jonger uit.