Risico’s
De ingreep zal worden uitgevoerd door een ervaren plastisch chirurg, in samenwerking met eveneens ervaren, gediplomeerde operatieassistenten, in een goed geoutilleerde operatiekamer, zodat u verzekerd bent van een kwalitatief goede behandeling. Toch kunnen zeldzame complicaties optreden.
In de eerste plaats zijn er de risico’s van de narcose. Verder moet u beseffen dat het hier om een grote operatie gaat. Bij overgewicht en suikerziekte is de kans op een complicatie iets groter, zoals vertraagde wondgenezing.
Zoals bij iedere operatie kunnen er in het behandeld gebied zwellingen en bloeduitstortingen optreden die na verloop van tijd spontaan verdwijnen. Een enkele keer kan een nabloeding voorkomen. U moet dan nog een keer geopereerd worden waarbij de arts het bloedvaatje dichtmaakt. Het risico hierop is groter bij het slikken van bloedverdunners. Wanneer u bloedverdunnende medicijnen of aspirine gebruikt, moet u dit melden tijdens het eerste gesprek. Het gebruik van deze medicijnen moet voor de operatie worden gestaakt. Uw plastisch chirurg vertelt u hoelang dit van te voren moet. Twee dagen na de ingreep mag u weer beginnen met het innemen van deze medicijnen.
Nicotine vergroot de kans op problemen bij de wondgenezing. Wij raden u dan ook dringend aan om acht weken voor (en na) de operatie te stoppen met roken.
Bij elke operatie is er altijd een klein risico op infecties, zo ook bij een armlift. Bij een infectie moet de wond dan schoongemaakt worden en krijgt u een antibioticakuur.
De huid rondom het litteken kan lange tijd gevoelloos blijven, meestal komt het gevoel langzaam weer terug.
Soms kan er nog wat overtollige huid bij de elleboog of de oksel overblijven, de zogenaamde dogears. Soms is het nodig deze later te verwijderen, wat meestal onder plaatselijke verdoving kan.
De littekens blijven vaak lang rood en zichtbaar, doch met de tijd vervagen deze littekens behoorlijk. Door infectie kan een minder fraai litteken ontstaan. Het litteken kan in een later stadium gecorrigeerd worden. Deze correctie wordt meestal pas één jaar na de operatie uitgevoerd.